De bonthoed

Flaptekst

Jitschok Leib Peretz (1852-1915) werd geboren in Zamosjtsj, Polen. Hij werkte als advocaat voor hij zich geheel en al aan het schrijven wijdde. Hij debuteerde op zevenentwintigjarige leeftijd en was de eerste Jiddische schrijver die het sjtetl verliet en de grote stad, met haar armoede, kelderwoningen en fabrieken, als thema nam.

Een bonthoedenmaker die vol trots vertelt over de verrichtingen van de vrucht van zijn arbeid, een kat in gewetensnood, een woedende vrouw, een op hol geslagen filosoof, ze komen allemaal aan bod in het scala van personages dat ten tonele wordt gevoerd; stuk voor stuk blijken ze een hart te hebben…

Afwisselend treurig en grappig, oeverloos en to the point, traditioneel en experimenteel, sprookjesachtig en realistisch, J.L.Peretz is een woordkunstenaar, die zijn verhalen vertelt aan lotgenoot en vreemdeling, en met een immer kritische blik de voors en tegens van de traditie etaleert. Naast de realiteit van de minderbedeelden, die hij met verve beschrijft, put hij uit chassidische bron: wonderverhalen die de wereld op averechtse wijze verklaren en verdiepen. Peretz is een meesterverteller, en zijn vertelkunst is bovenal humaan — uitgaande van de beslommeringen van het individu, raakt hij de kernen van het jodendom in de diaspora, en zet van daaruit zijn vraagtekens bij de traditionele gang van zaken in het getto.